‘Zoveel meer dan wassen en eten geven’

Twee ervaren rotten en een enthousiaste zij-instromer vertellen over hun job op Campus Walden.

‘Zoveel meer dan wassen en eten geven’

Els is zonder twijfel een van de collega’s met de langste staat van dienst op Campus Walden: sinds 1989 werkt ze er, lang als zorgkundige, een tijdlang in het nachtteam, en nu – na een gezondheidsprobleem – in het logistieke team dat onder meer instaat voor de maaltijdbegeleiding en het opvolgen van de was.

Ook toen Shauny startte, in 2017, was zorgkundige nog geen knelpuntberoep – we kunnen het ons nauwelijks nog voorstellen nu. ‘Ik had hier stage gelopen en vakantiewerk gedaan maar kon niet meteen blijven. Gelukkig kwam er een half jaar later toch een telefoontje.’

Een heel ander pad voor Sven, die hier sinds 2023 werkt. ‘Ik werkte in de bouw, maar verloor mijn baan door een faillissement. Via de outplacementbegeleiding heb ik een nieuw spoor gekozen. Eigenlijk wist ik al lang dat ik graag voor mensen zorg. Maar toen ik jong was werd je als jongen niet naar de zorg gestuurd, integendeel. Dus ik heb mijn tweede kans gegrepen.’ En hij kon wel vanuit zijn stage meteen blijven – de zorg grossiert inmiddels in knelpunten.

Drie overtuigde collega’s rond de tafel. Wat maakt dat ze zo van hun – nochtans zware - werk houden? ‘De bewoners en de collega’s, de sfeer hier. Wie niet in de sector werkt, begrijpt dat niet.’

Recht op plagerijen

‘Je doet veel meer dan wassen en eten geven’, ervaart Sven, ‘het gaat om de omgang met mensen, in respect.’ ‘En met veel lachen en plagen, en vooral niét betuttelen, daar zijn ze allergisch aan’, vult Shauny aan. ‘Het is hier ‘Taboe’ in de praktijk, je voelt snel aan bij wie het wel of niet kan’, zegt Sven, verwijzend naar het tv-programma rond de vraag of met alles kan worden gelachen. ‘Meer zelfs: onze bewoners hebben het recht om geplaagd te worden, dat bewijst dat ze op gelijke voet staan met ons.’

‘We zijn heel close met de bewoners’, beaamt Els. ‘Maar als het ernst is, kunnen we ook serieus praten en luisteren. Als iemand nog volop in het proces zit om zijn of haar situatie te accepteren, bijvoorbeeld: niet meer bij je gezin kunnen wonen, zoiets is dramatisch. Dan gaan we echt geen grappen maken. Na een tijdje voel je dan dat er wat lichtheid komt en dat er ruimte komt voor een lach.’

Hecht team

Sommige collega’s moeten de eerste weken even doorbijten, voor Sven was het vanaf dag 1 duidelijk dat hij op zijn plaats was. ‘Ja, de confrontatie met lichamen met een beperking is even heftig, maar ik kan meteen mijn knop omdraaien en de mens – zoals jij en ik – in dat lichaam zien.’ ‘Wij hebben meteen in de gaten bij een nieuwe stagiair of collega of die ‘het’ heeft en dit werk gaat blijven doen’, weet Shauny.

En velen zijn gebleven, ook toen Huize Walden in woelig water terechtkwam. Samen maakten ze enkele onzekere jaren door die hopelijk definitief ten einde zijn door de integratie in Monnikenheide. ‘Wij zijn een hecht team maar niet de gemakkelijkste groep om als nieuwe collega in terecht te komen’, geeft Shauny toe. ‘We komen uit voor onze mening en verdedigen ons standpunt, maar je weet dan ook wel wat je aan ons hebt.’ ‘Eerlijkheid is heel belangrijk’, zegt Els, ‘en je stem laten horen. Zwijgen, dat marcheert hier niet.’

Ook met de bewoners moeten ze soms op hun strepen staan en zich schrap zetten als iemand onvriendelijk of ongeduldig is, ‘maar we kennen onze pappenheimers’. En ze hebben begrip. Els: ‘We moeten een kat een kat noemen: als onze shift erop zit, gaan wij naar huis, en zij blijven. Niemand zou met hen willen ruilen, hè. Hun situatie is vaak moeilijk, onmachtig, eenzaam. Zoiets laat ons niet onberoerd. Dan probeer je tijd te vinden voor wat extra aandacht.’

Bedankt collega’s, we begrijpen nu al wat beter wat de ‘Walden-familie’ is.